Statenvertaling
Als nu David wederkwam, om zijn huis te zegenen, ging Michal, Sauls dochter, uit, David tegemoet, en zeide: Hoe is heden de koning van Israël verheerlijkt, die zich heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een van de ijdele lieden zich onbeschaamdelijk ontbloot?
Herziene Statenvertaling*
Toen David terugkwam om zijn gezin te zegenen, kwam Michal, de dochter van Saul, naar buiten, David tegemoet en zei: Wat zal de koning van Israël vandaag geëerd zijn, die zich vandaag voor de ogen van de slavinnen van zijn dienaren heeft uitgekleed, zoals een leegloper zich schaamteloos uitkleedt!
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen David terugkeerde om zijn gezin te begroeten, ging Mikal, de dochter van Saul, David tegemoet, en zeide: Wat een eer heeft de koning van Israël zich thans verworven, dat hij zich heden ontbloot heeft ten aanschouwen van de slavinnen zijner dienaren, zoals een lichtzinnig man zich schaamteloos ontbloot!
King James Version + Strongnumbers
Then David H1732 returned H7725 to bless H1288 ( H853 ) his household. H1004 And Michal H4324 the daughter H1323 of Saul H7586 came out H3318 to meet H7125 David, H1732 and said, H559 How H4100 glorious H3513 was the king H4428 of Israel H3478 to day, H3117 who H834 uncovered himself H1540 to day H3117 in the eyes H5869 of the handmaids H519 of his servants, H5650 as one H259 of the vain fellows H7386 shamelessly uncovereth himself! H1540 - H1540
Updated King James Version
Then David returned to bless his household. And Michal the daughter of Saul came out to meet David, and said, How glorious was the king of Israel to day, who uncovered himself to day in the eyes of the handmaids of his servants, as one of the vain fellows shamelessly uncovers himself!
Gerelateerde verzen
Jesaja 53:2 - Jesaja 53:3 | Filippenzen 2:7 - Filippenzen 2:8 | Psalmen 30:1 | Richteren 9:4 | Psalmen 69:7 - Psalmen 69:9 | Jozua 24:15 | Job 30:8 | Psalmen 101:2 | 1 Korinthe 4:10 - 1 Korinthe 4:13 | 2 Samuël 6:18 | 1 Kronieken 16:43 | 1 Samuël 19:23 - 1 Samuël 19:24 | Markus 3:21 | 2 Samuël 6:14 | Johannes 13:6 | 2 Samuël 6:16 | Nehémia 4:3 - Nehémia 4:4 | Genesis 18:19